Loonbeslag

Medewerker krap bij kas? 5 dingen waar je op moet letten bij een loonbeslag

Het is een lastige situatie die steeds vaker voorkomt: het loonbeslag. In Nederland worden er inmiddels jaarlijks ongeveer 500.000 loonbeslagen gelegd. Hoe ga je hier als werkgever goed mee om?

Het komt in Nederland steeds vaker voor. Een schuldeiser legt beslag op een deel van het loon van een medewerker. Dit betekent niet alleen veel papierwerk voor de HR-afdeling; ook dient het zorgvuldig in de salarisadministratie te worden verwerkt. In dit artikel bespreken we 5 punten waar je op moet letten bij een loonbeslag. Ook geven we een aantal handige tips voor het voorkomen van een loonbeslag.

5 punten bij loonbeslagen waar je op moet letten

1. De betaling aan het CAK (inhouding bestuursrechtelijke premie)

Dit is een belangrijk punt dat vaak vooraf gaat aan het loonbeslag. Heeft een werknemer de zorgpremie 6 maanden of langer niet betaald? Dan meldt de zorgverzekeraar de werknemer bij het CAK aan als wanbetaler. Je krijgt te maken met een verhoogde premie die ingehouden moet worden op het loon. Als werkgever ontvang je hier een brief over. Hierin wordt je gevraagd om het door het CAK vastgestelde bedrag op het loon in te houden. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld. Voor 2022 is dit €152,20 per maand. Hierbij gelden twee belangrijke aandachtspunten:

  • Je mag de premie niet met terugwerkende kracht inhouden.
    Als werkgever moet je dus direct in actie komen om de premie op het loon in te houden na het ontvangen van de brief van het CAK. Doe je dit niet of betaal je te laat? Dan moet je als werkgever zelf de premie betalen en mag je het niet achteraf op het loon inhouden.

 

  • De betaling aan het CAK (bronheffing) is geen beslaglegging en moet worden betaald vanuit de beslagvrije voet. 
    Dit moet je dus altijd door laten gaan.

Tip: Wil je op de hoogte blijven over dit onderwerp?
Meld je dan gratis aan voor onze HR & Payroll community!

2. De volgorde van preferente beslagleggers

Bij het afhandelen van loonbeslagen is de rangorde van preferente schuldeisers belangrijk. Preferente schuldeisers zijn overheidsinstanties die beslag op het loon kunnen leggen. Hierbij gaat de Belastingdienst altijd voor op de rest. 

Hiernaast zie je de volgorde waar je in de salarisadministratie rekening mee moet houden.

Na de preferente schuldeisers, zijn de concurrente schuldeisers aan de beurt. Dit zijn bijvoorbeeld commerciële bedrijven die facturen open hebben staan bij de medewerker.

loonbeslag

Volgorde beslagleggers

  1. Belastingdienst: rijksbelastingen
  2. Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen: waterschapsbelasting
  3. CAK: regeling wanbetalers
  4. CJIB: Wahv-beschikkingen
  5. DUO: studieschulden
  6. Gemeente: gemeentelijke belastingen
  7. Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO): alimentatie
  8. SVB: onverschuldigd of te veel betaalde (pensioen)uitkeringen en bestuurlijke boetes
  9. UWV: onterecht ontvangen uitkering / inning boetes
  10. Gemeente: te veel betaalde bijstand

3. Wat te doen bij twee loonbeslagen

Het komt voor dat je in korte tijd meerdere loonbeslagen van verschillende schuldeisers ontvangt. Hierbij geldt dat er altijd één partij de eerste beslaglegger is. Melden er zich meerdere preferente schuldeisers tegelijk? Bijvoorbeeld de gemeente, de Belastingdienst en het UWV? Dan gaat de Belastingdienst altijd voor.

Als werkgever ben je verplicht de beslagleggers te laten weten wie de eerste beslaglegger is. Dit gebeurt vaak via een derdenverklaring. Vervolgens kunnen de partijen zich aansluiten bij de eerste beslaglegger.

De eerste beslaglegger is de enige partij die beslag op het loon legt. Hij of zij verdeelt vervolgens de beslagen over de overige schuldeisers.

4. Loonbeslag en het vakantiegeld

Het loonbeslag wordt niet alleen toegepast op het standaard loon, maar ook op onder andere bonussen, vakantiegeld en ontslagvergoedingen. Betaal je in mei bijvoorbeeld het vakantiegeld samen met het salaris uit? Dan dien je het hele bedrag boven de beslagvrije voet aan de deurwaarder te voldoen. Normaal gesproken valt het vakantiegeld namelijk volledig onder het beslag.

5. De beslagvrije voet is vanaf 2021 inkomensafhankelijk

De beslagvrije voet is het deel van het salaris waar een schuldeiser geen aanspraak op mag maken. Met dit deel van het salaris kan de werknemer in zijn of haar levensonderhoud voorzien. Het deel van het salaris dat boven de beslagvrije voet ligt, dien je als werkgever aan de beslaglegger te betalen. 

Sinds 1 januari 2021 hangt de beslagvrije voet af van de hoogte van het inkomen van de werknemer. Ook hoeft de werknemer nu minder gegevens aan te leveren. Per inkomensgroep gelden verschillende maximumbedragen en berekeningen. Hierbij worden altijd de gegevens uit de Basisregistratie Personen en het UWV als basis genomen:

  • De beslagvrijevoet bestaat uit meerdere componenten en wordt volgens een vaste rekenmodule berekend. Alle beslagleggers gebruiken dezelfde formule.
  • Voor hoge inkomens geldt een maximumbedrag voor de beslagvrije voet. Dit verschilt per leefsituatie en ligt tussen de €1.661,40 en €2.317,45.
  • Er wordt altijd minimaal 5% van het netto-inkomen gebruikt om af te lossen. Dit minimum geldt voor inkomens op of onder de bijstandsgrens. Voor deze groep is de beslagvrije voet 95% van het netto inkomen, inclusief vakantietoeslag.
    •  
    •  

Tip! Verzoek om verhoging van de beslagvrije voet

Als werkgever kun je de medewerker attenderen dat ze een verzoek om de beslagvrije voet te verhogen kunnen indienen. Dit kan door bijvoorbeeld de woonkosten mee te laten tellen. De woonkosten moeten dan wel hoger zijn dan €839,82 in 2022. Hierdoor houdt de medewerker aan het einde van de maand een hoger bedrag over. 

Het verzoek richt de medewerker aan de beslaglegger. In het verzoek geeft de medewerker aan dat de beslagvrije voet omhoog moet vanwege de woonkosten. Via hetzelfde verzoek kan de medewerker ook vragen om de beslagvrije voet opnieuw te bepalen als hij denkt dat deze verkeerd bepaald is. Hij onderbouwt de stelling eventueel met een berekening en verzoekt tot aanpassing ervan.   

Is er al ingehouden op het loon dan kan de medewerker ook verzoeken tot het terugbetalen van het te veel geïncasseerde bedrag.  

Hoe voorkom je een loonbeslag?

Als werkgever kun je een aantal dingen doen om je werknemers bij te staan.

Het liefst wil je natuurlijk helemaal geen loonbeslag ontvangen. Je gunt iedereen de rust van het op orde hebben van je financiën. Daarnaast kost een loonbeslag tijd in de administratie. Financiële problemen gaan vaak ook hand in hand met een lagere performance en een hoger verzuimpercentage. En dat kost geld. Daarom hebben we een aantal tips verzameld voor het voorkomen van zo’n loonbeslag.

1. Maak schulden bespreekbaar


Een op de vijf huishoudens in Nederland heeft geldzorgen, maar toch ligt er nog steeds een taboe op het onderwerp. Neem het initiatief om schulden bespreekbaar te maken. Zorg dat iedereen weet dat er een vast aanspreekpunt is, zoals een HR-adviseur of vertrouwenspersoon, waar personeel met geldzorgen terecht kan.

2. Zorg dat je op de hoogte bent


Sommige organisaties inventariseren structureel de financiële situatie onder werknemers. Op deze manier kunnen ze sneller ingrijpen bij geldproblemen.

3. Voorkom een eerste loonbeslag

Als je op de hoogte bent van de financiële situatie van werknemers, kun je proberen een eerste loonbeslag te voorkomen. Je kunt bijvoorbeeld het vakantiegeld eerder uitkeren of verlofuren uitbetalen.

Daarnaast kun je ook al ingrijpen op het moment dat de werknemer de eerste brief met de aankondinging van het loonbeslag ontvangt. Wanneer de medewerker spoedig zelf contact opneemt met de beslaglegger, kan er wellicht nog een betalingsregeling worden getroffen zodat er geen beslag hoeft worden gelegd. 

4. Grijp direct in bij een eerste loonbeslag


Als het eerste loonbeslag binnen is, stapelen schulden zich vaak snel op. Leven van een beslagvrije voet is lastig, waardoor iemand snel nog meer schulden krijgt. Als werkgever kun je de financiële situatie van de werknemer verlichten. Schiet bijvoorbeeld het eerste loonbeslag voor en houd de schuld gedurende een langere periode in op het loon, tegen een lager bedrag.

Ook kun jezelf een schuldregeling treffen met de medewerker, zodat deze meer tijd krijgt om deze af te lossen. Op deze manier heeft de medewerker meer ruimte en rust om de schuld af te lossen. Dit levert minder stress en verzuim op. 

5. Verwijs de medewerker naar hulporganisaties


Er zijn verschillende partijen die medewerkers kunnen begeleiden naar een gezondere financiële situatie. Denk aan budgetcoaches, geldmaatjes of de schuldsanering. Zorg dat medewerkers weten hoe ze hiermee in contact kunnen komen.

Kijk hier het webinar over loonbeslagen terug

Loonbeslagen webinar: Zo handel je een loonbeslag succesvol af

Een loonbeslag is natuurlijk nooit prettig, maar brengt ook een hoop administratie met zich mee. Wat moet je doen bij meerdere loonbeslagen? Hoe werkt de beslagvrije voet? Hoe zit het met privacy en gegevensverwerking? Hoe handel je het loonbeslag op tijd en correct af? Voorkom hoofdpijndossiers en leer hoe je loonbeslagen van A tot Z succesvol afhandelt in de salarisadministratie.

Veelgestelde vragen over het loonbeslag

Het bedrag dat je mag inhouden bij een loonbeslag wordt beperkt tot de beslagvrije voet. Dit is het deel van het salaris dat de medewerker moet blijven ontvangen voor zijn of haar levensonderhoud. De hoogte van de beslagvrije voet is inkomensafhankelijk, maar er mag altijd minimaal 5% van het netto-inkomen worden gebruikt om af te lossen.

De eerste beslaglegger is de enige partij die beslag op het loon legt. Deze beslaglegger verdeelt vervolgens de beslagen over de overige schuldeisers. Wanneer er meerdere loonbeslagen zijn, gaan de preferente schuldeisers voor. Dit zijn de overheidsinstanties die je in de lijst ‘volgorde preferente beslagleggers’ terugvindt. Hierbij heeft de Belastingdienst altijd voorrang. Na de preferente schuldeisers zijn concurrente schuldeisers aan de beurt: dit zijn commerciële instellingen waar de medewerker diensten of producten afneemt.

Het kan voorkomen dat een loonbeslag onterecht is. Op het beslag zelf staat vermeld welke stappen je moet nemen om bezwaar te maken. Zorg er hierbij wel voor dat je dit op tijd doet!

Het IKB is een reservering en geen standaard onderdeel van het loon. Het moment en de manier van uitbetaling zijn niet vastgelegd. Bij de verklaring derdenbeslag geef je door wat wordt er uitbetaald en wat wordt er opgebouwd op een vastgestelde datum van uitbetaling. Als je niet bij de derdenverklaring aangeeft dat het IKB wordt uitbetaald, kun je hier ook niet toe verplicht worden. Als de medewerker er voor kiest om verlof uit te betalen, valt dit wél direct bij uitbetaling onder het beslag.

In de AVG is vastgelegd dat dat je gegevens in het personeelsdossier mag vastleggen zolang deze:

 

  • nodig zijn voor het uitvoeren van de arbeidsovereenkomst;
  • verplicht zijn gesteld volgens fiscale wetgeving.

 

Wanneer het loonbeslag is afgelopen, heb je de gegevens niet meer nodig voor het uitvoeren van de arbeidsovereenkomst en is er geen verplichting meer voor afdracht aan derden. Daarom dien je alle gegevens omtrent het loonbeslag te verwijderen nadat er aan het volledige loonbeslag is voldaan.
Hier lees je meer over de eisen rondom het bewaren van gegevens in personeelsdossiers.

Dit hangt af van het moment dat het loonbeslag en de cafetariaregeling ingaat.

 

Voordat je als werkgever iets afdraagt aan de schuldeiser, moet je een verklaring derdenbeslag invullen. Hierbij moet je ook aangegeven of je zelf nog iets te vorderen hebt van de medewerker. Wanneer er al gebruik gemaakt wordt van het cafetariasysteem (waarbij een bruto-inhouding wordt omgezet in een netto vergoeding), wordt dit gezien als een schuld.*

 

Dit mag dus afgelost worden voordat een deel van het loon naar de schuldeiser gaat. Dit houdt in dat je eerst de cafetariaregeling toepast, en dat je het bedrag dat daarna boven de beslagvrije voet overblijft, af moet dragen aan de schuldeiser.

 

Daarbij geldt dat je onkosten altijd mag vergoeden. Een netto-uitbetaling voor onkosten valt dus niet onder het loonbeslag.

Je kunt onkosten echter niet gaan uitruilen om het brutoloon, waarop het loonbeslag is gebaseerd, te verlagen.

 

Je kunt dus niet de cafetariaregeling toepassen terwijl er beslag op het loon wordt gelegd. Dan moet er eerst aan het beslag worden voldaan, tot er weer gebruik gemaakt mag worden van het cafetariasysteem en er dus een ‘nieuwe’ schuld gemaakt wordt.

Hier vind je de wettelijke onderbouwing hiervoor.

 

* De werkgever heeft bijvoorbeeld een fiets voor de werknemer aangeschaft. De werknemer betaalt dit terug middels de bruto-inhouding via de cafetariaregeling. Dit kan dus gezien worden als een schuld die moet worden afgelost.

Deel dit artikel:

Word gratis lid van onze HR & Payroll community!

Deel dit artikel:

Word gratis lid van onze community!

Blijf op de hoogte van het laatste HR- en Payroll-nieuws, handige AFAS-tips en onze webinars.

hr-payroll-community

Word gratis lid van onze community!

Blijf op de hoogte van het laatste HR- en Payroll-nieuws, handige AFAS-tips en onze webinars.

Word lid van onze HR & Payroll Community!

hr-payroll-community