30-regeling-berekening

30% regeling: wat is het en bereken hem direct

De 30 regeling is een regeling waar veel verwarring over is. Veel werknemer die voor de regeling in aanmerking komen, profiteren namelijk slechts voor een deel van deze regeling (zie de rekenvoorbeelden in dit artikel). Vandaar dat er een handige rekentool is opgenomen waarmee je snel voor je werknemers uitrekent of, en zo ja voor welk bedrag, zij kunnen profiteren van de 30% regeling. Uiteraard leggen we de regeling ook helemaal uit.

Laten we beginnen.

Inhoudsopgave
    Add a header to begin generating the table of contents

    1. 30% regeling: de basis uitgelegd

    Wat is de 30% regeling?

    Werknemers uit het buitenland die tijdelijk in Nederland verblijven en werken, maken extra kosten voor onder andere huisvesting. Dit zijn de zogenoemde extraterritoriale kosten. Met de 30% regeling worden deze werknemers financieel tegemoet gekomen door maximaal 30% van het fiscale jaarloon af te trekken en vervolgens netto (dus onbelast) uit te betalen. Vanzelfsprekend zijn er specifieke voorwaarden om voor deze regeling in aanmerking te komen.

    Waarom de 30% regeling gebruiken?

    Deze financiële tegemoetkoming betekent een belastingvoordeel voor de werknemer, uitgaande dat dit de afspraak is tussen werkgever en werknemer 

    Ook de werkgever profiteert van dit voordeel, omdat met het toepassen van de 30 regeling ook de werkgeverslasten voor de werknemer (premies werknemersverzekeringen) lager kunnen worden. 

    Maar let op!

    Het woord ‘maximaal’ geeft het al aan:

    Vaak kan de werknemer slechts gedeeltelijk profiteren van de regeling.

    Keuzemoment toepassing 30% regeling

    Vanaf 2023 moet je als organisatie jaarlijks kiezen tussen het onbelast vergoeden van werkelijke extraterritoriale kosten of de forfaitaire 30%-vergoeding. Deze keuze moet aan het begin van het kalenderjaar worden gemaakt.

    Binnen vier maanden na indiensttreding kan nog per loontijdvak gekozen worden. Daarna geldt de keuze voor de rest van het jaar. Als de 30%-regeling niet binnen deze periode wordt aangevraagd, moet de keuze vóór de start van de regeling worden gemaakt.

    Gezien de nieuwe regelgeving vanaf 1 januari 2024 is het raadzaam jaarlijks te evalueren welke optie financieel het meest voordelig is.

    2. Nieuw in 2024: aftopping tot WNT-norm

    Vanaf 1 januari 2024 krijgt de 30%-regeling een update: deze is fiscaal vrijgesteld tot maximaal 30% van de Balkenendenorm. Voor 2024 staat deze norm op € 233.000. Dit houdt in dat de maximale vrijstelling uitkomt op € 69.900. 
    Deze wijziging raakt niet aan de belastingvrije vergoeding van internationale schoolgelden door de werkgever; deze blijven buiten de 30%-vergoeding om vergoed worden. Mocht de 30%-regeling gedurende een deel van het jaar gelden – bijvoorbeeld als de werknemer halverwege het jaar naar Nederland verhuist of terugkeert naar het land van herkomst – dan wordt het maximum van de WNT-norm pro rata toegepast.

    Voor wie de 30%-regeling al toepaste in december 2022 (het laatste loontijdvak), is er een overgangsregeling. Voor hen geldt de aftoppingsmaatregel pas op 1 januari 2026. De aftoppingsmaatregel geldt niet voor uitgezonden werknemers.

    3. Nieuw in 2024: afbouwregeling 30/20/10%

    Daarnaast is er vanaf 2024 een afbouwregeling: gedurende de eerste 20 maanden mag 30% worden gerekend, gevolgd door 20% in de volgende 20 maanden en 10% in de laatste 20 maanden. Voor wie in het laatste tijdvak van 2023 al een 30%-beschikking had, blijft deze 30% gedurende de gehele looptijd gelden.

    Een verlaging onder de 30% is in 2024 nog niet van toepassing omdat de eerste 20 maanden de 30% regeling van kracht blijft.

    Het kabinet evalueert de 30%-regeling in 2024, met mogelijke wijzigingen in 2025. Houd onze updates in de gaten voor eventuele veranderingen in de afbouwregeling.

    Win internationaal talent met de 30% regeling!

    Wil je als HR-manager de 30% regeling optimaal inzetten? Laat je gegevens achter voor een advies op maat.

    4. 30% regeling rekentool

    Met de 30% regeling rekentool zie je direct in hoeverre je een tijdelijke werknemer uit het buitenland financieel tegemoet kan komen met de regeling.

    Zoals eerder aangegeven profiteren veel medewerkers die in aanmerking komen, niet volledig van de regeling. Hierover ontstaan vaak misverstanden.

    Wanneer een medewerker recht heeft op de regeling, betekent dit niet dat hij of zij automatisch de volledige 30% voordeel heeft op zijn of haar nettoloon.

    Om je hierbij te helpen hebben wij een rekentool ontwikkeld. Zo weet je direct wat het belastingvrije gedeelte van het salaris is in 2024.

    Bereken in een aantal klikken of de medewerker recht heeft op deze regeling en voor welk bedrag hij of zij voordeel kan krijgen.

    Vaak kan de werknemer slechts gedeeltelijk profiteren van de regeling.

    * Het toetsloon wordt jaarlijks opnieuw bepaald met ingang van 1 januari.

    ** Let op: deze rekentool is slechts ter indicatie. Het daadwerkelijke voordeel kan anders uitvallen, omdat het met meerdere factoren samenhangt. Ook houdt deze rekentool geen rekening met de WNT-aftopping. Aan deze rekentool kunnen dan ook geen rechten worden ontleend. Neem voor een exacte berekening contact op met de verantwoordelijke voor je salarisverwerking. 

    Wil je op de hoogte blijven over dit onderwerp?
    Meld je dan gratis aan voor onze HR & Payroll community!

    Hoog en laag toetsloon

    Aan de hand van een toetsloon bepaal je of iemand in aanmerking komt voor de 30% regeling. Om het nog wat ingewikkelder te maken, zijn er twee toetslonen.

    Voor elke werknemer geldt voor 2024 in principe het hoge toetsloon van € 46.107,- op jaarbasis. Er is echter één uitzondering: indien een werknemer jonger is dan 30 jaar en een mastertitel heeft, geldt voor hem het lage toetsloon van € 35.048,- op jaarbasis.

    Op het moment dat deze werknemer de leeftijd van 30 bereikt, gaat het hoge toetsloon gelden.

    Het fiscale jaarloon dat overblijft na toepassing van de 30%-regeling, moet minimaal gelijk zijn aan het toetsloon.

    Dit betekent dat bij het hoge toestloon een minimaal fiscaal jaarloon verdiend moet worden van € 46.107,- / 0,7 = € 65.867,14

    Voor het lage toetsloon geldt een minimum fiscaal jaarloon van € 35.048,- / 0,7 = €50.068,57

    Maar wat als je minder verdient dan de aangegeven fiscale jaarlonen?

    Hieronder zie je rekenvoorbeelden voor werknemers die minder verdienden dan de hierboven aangegeven fiscale jaarlonen.

    Rekenvoorbeelden 30 procent regeling

    Voorbeeld 1:

    Een werknemer van 35 jaar met een mastertitel komt in aanmerking voor de 30% regeling. Hij verdient een fiscaal jaarloon van € 50.000. Welk bedrag (en percentage) kan maximaal worden aangewend voor de regeling?

    Voor deze werknemer geldt het hoge toetsloon van € 46.107,-

    Als hier de volledige 30 regeling wordt toegepast,

    komt de medewerker onder het voor hem geldende toetsloon van  €50.000,- -30% = €35.000,-.

    Dit betekent dat niet de volledige 30% toegepast kan worden,

    maar uitsluitend het verschil tussen het fiscale jaarloon en het toetsloon € 50.000,-  –  € 46.107,- = € 3.893,-.

    Het voordeel van €3.893,- is 7,79% van het fiscale jaarloon van €50.000,-.

    De werknemer profiteert dus slechts voor 7,79% van de 30% regeling.

    Vandaar de vele verwarring omtrent de regeling. 

    Voorbeeld 2:

    Een werknemer van jonger dan 30 jaar met een mastertitel komt in aanmerking voor de 30% regeling waarbij het lage toetsloon geldt. Welk bedrag moet deze werknemer minimaal verdienen om volledig te kunnen profiteren van de regeling?

    Het lage toetsloon bedraagt €35.048,-.

    Het fiscale jaarloon dat hierbij hoort, bedraagt: € 35.048,- / 0,7 = €50.068,57.

    De aftrek van het fiscale loon in het kader van de 30% regeling bedraagt 30% van €50.068,57 = €15.020,57.

    Als deze werknemer tijdens de looptijd van de regeling de leeftijd van 30 jaar bereikt, gaat voor hem het hoge toetsloon gelden.

    Hij kan dan niet meer profiteren van de volledige 30%.

    Er kan nu uitsluitend gerekend worden met het verschil tussen het fiscale jaarloon € 50.068,57 en het hoge toetsloon van € 46.107,-.

    Dit komt neer op een voordeel van €3.961,57.

    De werknemer gaat er dus flink op achteruit op het moment dat hij de leeftijd van 30 jaar bereikt.  

    De regeling nog niet helemaal duidelijk? Hieronder leggen we je door middel van een uitgebreide toelichting de regeling verder uit, waarbij we op een heleboel vragen antwoord geven.

    Word gratis lid van onze community!

    Blijf op de hoogte van alle actualiteiten, slimme bespaartips en handige systeemoplossingen.

    2.500+ mensen gingen je al voor!

    5. Gebruikmaken van de 30 regeling

    Als je gebruik wilt maken van de 30%-regeling, moet je als werkgever samen met de werknemer een aanvraag indienen bij de belastingdienst in Heerlen. Als de aanvraag ingediend is, zal deze goedgekeurd moeten worden. Wanneer de aanvraag goedgekeurd wordt door de Belastingdienst, zal je binnen 10 weken een beschikking ontvangen.

    Op het moment dat je de beschikking hebt, kun je de regeling gaan toepassen.  

    Wat is de looptijd van beschikkingen?

    Nieuwe beschikkingen hebben sinds 1 januari 2019 een maximale looptijd van 5 jaar. Oude beschikkingen (afgegeven tussen 1 januari 2012 en 31 december 2018) hadden een looptijd van maximaal 8 jaar.

    Voor werknemers met een oude beschikking stopte de 30%-regeling uiterlijk op 1 januari 2021, ook als de looptijd op dat moment nog niet is verstreken.

    Beschikkingen van vóór 2012 hadden een looptijd van 10 jaar. Ook hiervoor gold overgangsrecht tot 1 januari 2021.

    Wat als je naar een andere werkgever gaat?

    Wat gebeurt er als een werknemer die gebruikmaakt van de 30%-regeling bij een andere werkgever gaat werken? Dan kan de regeling, onder voorwaarden, van toepassing blijven. 

    Hiertoe moeten de nieuwe werkgever en de werknemer dan samen een nieuw verzoek indienen bij de Belastingdienst in Heerlen.

    Deskundigheidsvereiste

    Om in aanmerking te komen voor de 30 regeling, moet de werknemer aan het zogenoemde deskundigheidsvereiste voldoen. Dit wil zeggen dat hij aantoonbaar een specifieke deskundigheid moet hebben die zeldzaam is op de Nederlandse arbeidsmarkt.

    Deskundigheid uitgedrukt in minimumloon

    Deze deskundigheid wordt uitgedrukt in een bepaald minimumloon dat de werknemer moet verdienen. Het fiscale jaarloon (minus de aftrek in het kader van de 30% regeling) moet minimaal het toetsloon bedragen zoals hieronder genoemd.

    Wat is de looneis dan?

    Om in aanmerking te komen voor de 30% regeling moet de medewerker met de mastertitel van onder de 30 jaar bruto meer dan € 35.048,- per jaar verdienen. Dit is exclusief belastingvrije vergoedingen.

    Voor overige medewerkers (boven de 30 jaar of zonder mastertitel) moet het bruto jaarsalaris boven de € 46.107,- liggen. Dit zijn de toetslonen in 2024.

    Als een werknemer minder dan het toetsloon verdient, wordt uitsluitend met het verschil tussen het toetsloon en het salaris gerekend om het voordeel te bereken.

    De maximale van de regeling kan in dit geval dus niet worden toegepast.

    6. Voorwaarden van de 30 regeling

    Hieronder vind je de voorwaarden voor een werknemer om in aanmerking te komen voor de 30% regeling:

    1. De medewerker in kwestie is in het buitenland geworven of naar Nederland uitgezonden; 
    2. De medewerker in kwestie staat bij een Nederlandse werkgever op de loonlijst;
    3. De desbetreffende medewerker heeft in de 24 maanden voorafgaand aan de 1werkdag in Nederland minimaal 16 maanden verder dan 150 kilometer hemelsbreed van de Nederlandse grens gewoond; 
    4. De medewerker moet in bezit zijn van een geldige beschikking; 
    5. De desbetreffende medewerker is een deskundige waarvan er geen of nauwelijks één te vinden is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Om dit te bepalen, worden de toetslonen hieronder toegepast;
    6. Als de leeftijd van de medewerker, die een Nederlandse master of gelijkwaardige buitenlandse titel heeft, onder de 30 ligt, mag er een lagere salarisnorm toegepast worden. De werknemers in kwestie hebben dan een geldend fiscaal loon van € 35.048,- in 2024, de vrije vergoedingen en toegepaste 30% regeling niet meegerekend; 
    7. Op het moment dat de persoon 30 is geworden kan de maand erna de hoge salarisnorm toegepast worden. Deze bedraagt € 46.107,-;
    8. De uitzonderingen voor de salarisnorm zijn de werknemers die wetenschappelijk onderzoek uitvoeren of een arts in opleiding zijn. De salarisnorm is voor hun niet van toepassing. 

    7. 30% regeling in combinatie met vergoedingen

    Mag je met de 30 regeling 30% van het bruto salaris netto uitbetalen?

    Nee, bij de 30% regeling kun je maximaal 30% van het fiscale jaarloon aftrekken en dat gedeelte vervolgens netto (dus onbelast) uitbetalen. In de meeste gevallen is dit echter niet het geval.

    Dit komt doordat je rekening moet houden met het toetsloon.

    Om in aanmerking te komen voor de 30% regeling, moet het fiscale jaarloon (minus de 30% aftrek) minimaal een bepaald toetsloon bedragen. Is dit bedrag lager dan het toetsloon?

    Dan mag je alleen het verschil tussen het fiscale jaarloon en het toetsloon netto uitbetalen.

    Heeft de 30 regeling gevolgen voor het loon op de werkgeversverklaring?

    Nee, bij het verstrekken van de werkgeversverklaring moet je het brutoloon invullen. Heeft de 30% regeling invloed op het bedrag dat je hier invult?

    Het antwoord hierop is nee. De medewerker heeft weliswaar voordeel van de regeling, maar voor de werkgever geldt het brutoloon. 

    Het brutoloon blijft hetzelfde, ongeacht de regeling. Dit is dus ook gewoon he brutoloon dat op de werkgeversverklaring komt te staan.

    Let op! Uitzondering:

    Als werkgever kun je er voor kiezen om de regeling op een andere manier toe te passen, namelijk met de 30/70-methode.

    Hierbij ontvangt de werknemer een extra vergoeding naast zijn loon.

    Met deze berekeningsmethode wordt het brutoloon verhoogd. Dit heeft gevolgen voor de mogelijke hypotheek van de werknemer. Daarom dien je bij deze methode de 30 regeling wel op een aparte regel te vernoemen op de werkgeversverklaring.

    Zo kan de hypotheekverstrekker nagaan hoe lang de regeling nog geldt via de beschikking van de Belastingdienst.

    In het HRM-systeem AFAS wordt standaard gerekend met 30% van het brutoloon inclusief vergoeding.

    Check dus hoe het bij jouw HRM-systeem is geregeld!

    Mag je de 30% regeling ook toepassen op de transitievergoeding?

    Nee, je mag de 30%-regeling alleen toepassen over het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking.  

    De transitievergoeding wordt berekend op basis van het werk dat al eerder gedaan is (vroegere dienstbetrekking) en is dus geen vergoeding voor de huidige arbeid.

    Daarom mag je de 30% regeling niet toepassen op de transitievergoeding.

    Mag je de regeling ook toepassen op de ontslagvergoeding?

    Nee. Hierbij geldt hetzelfde als met het toepassen van de transitievergoeding.

    Je mag de 30% regeling alleen toepassen over het loon uit de tegenwoordige dienstbetrekking. De ontslagvergoeding is gebaseerd op werk dat al eerder verricht is. Je mag de regeling daarom niet toepassen op de ontslagvergoeding. 

    Hoe pas je de 30 regeling toe bij onbetaald verlof?

    Wanneer de werknemer onbetaald verlof opneemt, kan het loon van die maand onder het maandelijkse normbedrag komen. Hierdoor komt die werknemer in die maand niet meer in aanmerking voor de 30% regeling.

    Let op: bijvoorbeeld in een HRM-systeem als AFAS wordt het normbedrag over het hele jaar berekend!

    Voorbeeld:

    Ook al komt de werknemer in de maand juni niet in aanmerking voor de 30% regeling, ligt haar totale fiscale jaarloon nog wel boven het normbedrag op jaarbasis. Dit betekent dat in AFAS het lagere salaris in juni als negatief bedrag wordt doorberekend bij het toepassen van de regeling in juli.

    Kan de 30% regeling komen te vervallen bij het opnemen van (aanvullend) geboorteverlof?

    Nee, bij het opnemen van aanvullend geboorteverlof wordt het inkomen in feite verlaagd. De werknemer krijgt immers nog maar 70% van het loon. Hierdoor kan het loon van de werknemer onder het toetsloon komen, waardoor de regeling zou vervallen. Toch is dit niet het geval.

    Er is namelijk wettelijk bepaald dat je dit verlaagde inkomen buiten beschouwing mag laten bij het toepassen van de 30% regeling. Je mag dus uitgaan van het loon alsof er geen aanvullend geboorteverlof is opgenomen. Deze wettelijke bepaling geldt voor de volgende verloven:

    Je mag dus hetzelfde deel van het salaris belastingvrij blijven uitkeren, ook al is het daadwerkelijke salaris lager geworden.  

    Heeft een onkostenvergoeding impact?

    Ja en nee. Een onkostenvergoeding voor o.a. geschenken, werkkleding of lunches heeft alleen invloed op de 30% regeling als het een bruto vergoeding betreft. Is de lunchvergoeding bijvoorbeeld gebruteerd?

    Dan moet deze vergoeding bij het brutoloon worden opgeteld voor het toepassen van de regeling. Het brutoloon wordt dus hoger en daarmee ook het bedrag dat in aanmerking komt voor de regeling. Een fiscaal voordeel dus voor de werknemer.

    Daarentegen heeft een netto onkostenvergoeding geen invloed op het brutoloon en dus ook niet op de 30 regeling.

    Mag je de regeling ook bij een tweede dienstverband toepassen?

    Ja, in de zeldzame situatie dat een buitenlandse werknemer voor twee werkgevers werkt, mogen beide werkgevers de regeling toepassen. Let hierbij wel op dat bij beide werkgevers het salaris hoger moet zijn dan het normbedrag.

    Hoe pas je de regeling toe bij een salary split?

    Werkt een werknemer voor meerdere werkgevers in verschillende landen? Dan geldt de 30%-regeling alleen voor het loon dat bij de werkgever in Nederland wordt verdiend. Wanneer een buitenlandse werknemer bijvoorbeeld voor een Nederlandse en een Belgische werkgever werkt, ontvangt hij een belastingvoordeel voor het salarisgedeelte uit België.

    De regeling kan alleen worden toegepast op het salarisgedeelte dat in Nederland wordt verdiend, mits dit gedeelte hoger is dan het normbedrag.

    Kan er een loonbeslag gelegd worden op de vergoeding vanuit de 30 regeling?

    Ja, in het (zeldzame) geval dat er een beslaglegging wordt gedaan op het loon van een expat kan er ook beslag worden gelegd op de onbelaste vergoeding vanuit de regeling. Ook dit deel van het inkomen met de werkgever aan de beslaglegger overmaken, tot het niveau van de beslagvrije voet.

    30%-regeling FAQ

    Een werknemer hoeft geen mastertitel te hebben voor de 30%-regeling. Wel is het zo dat een werknemer met een mastertitel die nog geen 30 jaar oud is, het lage toetsloon mag toepassen voor de 30%-regeling. In 2024 is dat € 35.048,- vs. € 46.107,-. Deze werknemer hoeft dus minder te verdienen om van de regeling gebruik te maken.

    Je leeftijd heeft mogelijk gevolgen voor het toepassen van de 30%-regeling. Voor iemand onder de 30 jaar met een mastertitel geldt namelijk het lage toetsloon van € 35.048,- voor de 30% regeling. Vanaf 30 jaar geldt er een toetsloon van € 46.107,- voor de 30% regeling. De salariseis voor de 30%-regeling ligt dus hoger voor oudere werknemers.

    Om in aanmerking te komen voor de 30% regeling moet de medewerker met de mastertitel van onder de 30 jaar bruto meer dan € 35.048,- per jaar verdienen. Dit is exclusief belastingvrije vergoedingen. Voor overige medewerkers (boven de 30 jaar of zonder mastertitel) moet het bruto jaarsalaris boven de € 46.107,- liggen. Dit zijn de toetslonen in 2024.

    Het toegepaste normbedrag voor de 30% regeling in 2024 is vastgesteld op € 35.048,-  voor werknemers onder de 30 jaar oud met een mastertitel. Het toegepaste normbedrag voor andere werknemers (boven de 30 jaar of zonder mastertitel) is € 46.107,-. Dit betekent dat het bruto jaarloon exclusief belastingvrije vergoedingen in Nederland boven dit normbedrag moet liggen voor de 30%-regeling.

    Je kunt een beschikking voor het toepassen van de 30%-regeling aanvragen via de Belastingdienst in Heerlen. Het indienen van de aanvraag doen de werkgever en werknemer samen. Je vindt het aanvraagformulier op de website van de Belastingdienst. Het formulier en de bijdragen stuur je vervolgens op naar: Belastingdienst/kennis- en Expertisecentrum Buitenland, Postbus 2865, 6401 DJ Heerlen.  

    De Belastingdienst neemt het verzoek voor de 30%-regeling pas in behandeling wanneer alle gegevens aangeleverd zijn. De aanvraag zal dan vervolgens goedgekeurd moeten worden. Wanneer de aanvraag goedgekeurd is door de Belastingdienst, ontvang je binnen een tijdsbestek van 10 weken een beschikking. Pas vanaf het moment dat je de beschikking hebt, kan je de 30% regeling doorvoeren.  

    Nieuwe beschikkingen voor de 30%-regeling hebben sinds 1 januari 2019 een maximale looptijd van 5 jaar. Je mag dus na het ontvangen van de beschikking 5 jaar de 30%-regeling toepassen. Beschikkingen die tussen 1 januari 2012 en 1 januari 2019 zijn afgegeven, zijn maximaal 8 jaar geldig. Deze groep heeft dus langer gebruik mogen maken van de 30%-regeling.

    Deel dit artikel:

    Word gratis lid van onze HR & Payroll community!

    Deel dit artikel:

    Word gratis lid van onze community!

    Blijf op de hoogte van het laatste HR- en Payroll-nieuws, handige AFAS-tips en onze webinars.

    hr-payroll-community

    Word gratis lid van onze community!

    Blijf op de hoogte van het laatste HR- en Payroll-nieuws, handige AFAS-tips en onze webinars.

    Word lid van onze HR & Payroll Community!

    hr-payroll-community